[Onderzoek: Marjo van Oosten; Tekst: Rik van der Werf]
[Sri Lanka; 4 weken; jan.-febr.2016, fietsvakantie; reisverslag]
Werktitel: rondje Sri Lanka
Het is half Januari. Een mooi begin: de eerste echte etappe loopt over een rustig weggetje, deels asfalt, deels zand, en langs een kuststrook van wit zand en palmbomen. We rijden door een dorpje met een hele rij kraampjes, met voornamelijk groentes. Een kokosnootverkoper biedt zijn waren aan. Met een slag wordt de top van de noot opengekliefd en drinken we kokosmelk, een geweldige dorstlesser.
Vanaf het moment dat we uit het vliegtuig komen en in de hal onze fietsen en bagage weer terugzien hebben we het warm: een vochtige en drukkende hitte. Dat blijft niet alle vier weken zo: in het bergachtige stuk tussen Kandy en Nuwara Eliya is het koel, het national park in het zuiden heeft meer een droge hitte, en aan de zuidkust aan de Indische oceaan waait een heerlijke zeewind. Van alles wat. In twee dagen tijds wennen we aan het klimaat en hebben we het fietsritme aangepast aan de omstandigheden.
Ons eerste hotel ligt in Negombo, niet ver van het vliegveld, en hier blijven we de eerste twee nachten. Van de eerste dag op het eiland maken we gebruik van een soort testrit. We hebben de fietsen weer rijklaar gemaakt en maken een tochtje naar het centrum van de stad. Fietsen aan de linkerkant van de weg is echt wel even wennen, ook omdat er kriskras tuk tuks over de straat scheuren en het wegdek is niet overal zonder gaten. Goed uitkijken dus!
Deze reis hebben we geboekt via een reisorganisatie: AWOL. Het georganiseerde stuk was de transfer met onze fietsen en bagage naar het eerste hotel, en het routeboekje. Dit boekje gaf ook per pleisterplaats een aantal hotels in verschillende prijsklassen. Erg handig, het scheelt veel opzoektijd en hoewel we in elke plaats mensen tegenkwamen die ons naar een hotelletje wilden brengen, tegen een kleine vergoeding in Roepies, konden we de Europese gewoonte van het zelf-uitzoeken niet luchthartig laten varen. Een erg handige bijkomstigheid was dat we direct op de eerste reisdag twee medereizigsters ontmoetten, zij hadden de hele rit op hun GPS en konden die draadloos naar mijn Garmin overbrengen. Handig omdat niet overal straatnaambordjes staan, niet iedereen verstaanbaar Engels spreekt en ik het Singalese schrift niet machtig ben. Nergens meer fout gereden.
Ergens verderop in onze reis probeerde een lokale fietser ons van het idee af te helpen om de pittoreske routes te volgen: via de hoofdweg was het veel korter. Als fietser zou ik zeggen: toch maar de kleine weggetjes al was het alleen maar om niet door een afgeladen bus omver te worden gereden!
Sri Lanka is een flink eiland, ter grootte van ongeveer Nederland en België bij elkaar, en je vindt het aan de zuidpunt van India. Het is tropisch, dat betekent dat het er altijd warm is, ook ’s nachts. De overgang tussen nacht en dag verloopt ook erg snel, bijna alsof iemand het licht aandoet. Als je de zon in de Indische oceaan wil zien ondergaan moet je er ook op tijd bij zijn, om half zeven is het donker. Het eiland is vooral heel erg groen, overal palmbomen, eucalyptusbossen, theeplantages in de bergen, en rijstvelden in het laagland. Je komt overstekende apen tegen.
De eerste dag eindigt in Chilaw, nog voor dit drukke stadje ligt een flink hotel met een glimmend gepoetste entree en receptie. Of ze misschien een kamer vrij hebben? We maken een prijs af met de beheerder en mogen onze fietsen op een veilige plek stallen. Een nette kamer krijgen we, op de eerste verdieping. De airco ruist en de waterleiding piept en kraakt maar er komt daadwerkelijk warm water uit de kraan. Koud water was ook wel lekker geweest. Eerste les Azië: niet uit de kraan drinken. Zorg te allen tijde voor een flinke voorraad gebotteld water.
Vroeg in de avond verdwijnt de zon ineens, alsof het licht uitgaat en zitten we lekker aan de baai op een sfeervol verlicht terras en een lekkere Srilankaanse maaltijd. Die avond gaan we nog even de stad in, die ligt op loopafstand en we hoeven alleen op het licht en geluid af te gaan: het is flink druk, we vinden er met TL verlichte eettentjes waar gevulde broodjes worden verkocht. De kok staat zwetend in een glazen hokje deeg te rollen. Kom, we hebben wel zin om even te gaan zitten, met wat moeite vinden we twee plekjes aan een tafeltje waar ook een heel gezin Singalezen zit. We drinken thee en eten een broodje.
Even ter info: dit is onze eerste reis in een Aziatisch land, we hebben meer fietsreizen gemaakt maar die waren allemaal in Zuid-Europa: Andalusië, Sardinië, Corsica, Sicilië. Dit was allemaal nieuw voor ons.
Tweede dag naar Puttalam. Het went al behoorlijk. Links fietsen is nog geen tweede natuur maar gaat ons wat gemakkelijker af. Het is een relaxte rit van 70km, alles gelijkvloers. De weg is goed en onderweg komen we een koffietentje tegen: een bijzonderheid op Sri Lanka. Als je koffie-gek bent en in Italië hebt gefietst kan je dit niet aan je voorbij laten gaan. In een van de spaarzame supermarkten hebben we een potje Nescafé gekocht om her en der de koffie drinkbaar te maken!
Een lekkere tocht, we komen op tijd aan in het eenvoudige hotel om nog voor het donker een safaritochtje te maken in het natuurpark. Het wordt een soort van privé rit, we mogen achterin in de open cabine. De chauffeur stopt geregeld en wijst dan een van de bewoners van het park aan. Een flinke leguaan steekt over, tussen de begroeiing zien we een mangoest, even later een zwarte beer. Het hoogtepunt was wel de luipaard die heel fotogeniek een eindje voor ons uit bleef lopen. Een bijzondere ervaring temeer omdat de chauffeur in zijn eigen cabine uit voorzorg het raam dichtdeed, maar wij achterop volledig onbeschermd de gevaren moesten trotseren!
Anuradhapura: een behoorlijke stad. Op weg naar deze plaats zien we geregeld de boeddhistische stupa’s. Dit zijn grote witte of lichtbruine koepels en doen dienst als tempels. Dat ze nog volop in gebruik zijn zie je aan de rijen slippers die de bezoekers vóór de tempel moeten uitdoen. Apen zitten er ook, die zien onmiddellijk of er wat te eten valt. ’s Middags maken we een tuktuk ritje. De boeddistische chauffeur rijdt ons naar een hindoeïstische bruidspaar-fotosessie en stuurt erop aan dat ook wij een mooi plaatje van het kleurrijk opgetuigde bruidspaar maken. Het toekomstige echtpaar is zeer verguld, op sommige plekken letterlijk, en gaat er nog eens goed voor staan. Het is gratis.
Slapen tussen de rijstvelden: bij Girithale een stukje van de weg af ligt Rice Villa, een paar houten slaapstudio’s en een verhoogd en overdekt terras waar eten en drinken geserveerd wordt. Hier kijken we mee met de kok hoe een Srilankaanse curry wordt gemaakt. ’s Morgens bij zonsopkomst hangt nog dauw op het rijstveld, in de verte zien we een hert en in de bananenboom vlakbij zit een wollig beestje. Het ontbijt wordt geserveerd: gebakken eitje en pannekoekjes, papaja en geroosterd brood, koffie en thee. Dit traditionele ontbijt wordt vrijwel overal op het eiland geserveerd en je kan er een flink stuk op fietsen.
Het regent een beetje, een soort miezer die de hele dag aanhoudt. Het maakt eigenlijk niets uit, ook de regen is 30°C en een regenjasje is niet nodig. Heb ik ook niet bij me, je droogt hier even snel op als dat je nat wordt. We gaan wel op weg naar het centrale hoogland en daarvoor heb ik wel een fleece jasje meegenomen. Wat is er verder anders aan deze tocht dan aan een gemiddeld ritje in Toscane? De kleding is zo’n beetje hetzelfde, wel draag ik hier liever zo’n mountain bike broek omdat dat iets “gekleder” toont dan een strakke tight. Iets met lange mouwen moet mee en een lange broek, de armen moeten bedekt zijn als je een hindoe tempel bezoekt, anders mag je er niet in. Fietsschoenen en lichte sandalen. Ook billenvet moet mee in de fietstas, en niet te vergeten een buff en zonnebril.
Bidonhouders, zoveel als er op je fiets kunnen en vergeet niet overal waar je maar kan om de bidons te vullen met flessenwater. Kraanwater is niet veilig en ook niet te drinken. Sla behalve water ook geregeld roepies in, en zorg dat je een omrekentabel bij je hebt. In de grotere plaatsen zijn ATM vestigingen waar je geld kan wisselen. Hotels en pensionnetjes zijn niet duur, ergens tussen €15 en €40, alhoewel er ook luxere en duurdere hotels te vinden zijn.
Voor de fiets en het onderhoud heb ik natuurlijk de multitool bij me, mijn fietspompje en een bandenplaksetje met extra plakkertjes en een paar kleine ongeopende tubetjes lijm. Geopend drogen die te snel uit naar mijn zin. Een reserve buitenband heb ik nooit nodig gehad, wel neem ik altijd een reserve binnenband mee omdat die onderweg gemakkelijk kan worden gewisseld. Een eventuele lekke binnenband kan ik ’s avonds op mijn gemak wel plakken. Tip: neem in een klein gebruikt zalfblikje wat bandenvet mee, daarmee is het een eitje om je band weer naadloos om je velg te krijgen. Fietsketting olie en een paar reserve schakeltjes, een bosje tie rips. Marjo test deze reis de Gaastra Fyts 4.14 met Rohloff naaf en kreeg een lekke achterband. Ik wilde dat ik hiervoor de gebruiksaanwijzing voor het uitnemen van het wiel beter gelezen had.
Anders dan op onze Europese ritten gaan we wat luchthartiger met onze bagage om, kampeer- en kookspullen gaan deze keer niet mee.
Kandy was vroeger de hoofdstad van een klein koninkrijkje en is nu een drukke stad met veel bezienswaardigheden. In het midden van de stad ligt een meer waar al een aantal eeuwen de Tempel van de Tand ligt. Hier wordt als reliek de tand van Buddha bewaard, er komen veel bedevaartgangers op af dus het is een drukte van jewelste.
Voor de niet-klimmers onder ons, op deze route is er eigenlijk maar één echte klim. Kandy ligt op 500m hoogte, na een vlakke rit wordt het klimmen en gaan we over een 2000m hoge pas naar Nuwara Eliya. We hebben al een aantal dagen fietsen in de benen als we hieraan beginnen. Gestaag klimmend fietsen we langs theeplantages waar vrouwen de rijpe theeblaadjes selecteren. De taakverdeling ligt vast: vrouwen plukken, mannen sjouwen de theebalen ergens heen. Wat me opvalt is de rust en stilte op deze etappe, geen verkeer, ruisende bomen.
Is Sri Lanka veilig? Wij zijn niet onwel geworden van het eten, ook niet van de broodjes die je onderweg kon kopen, en dat terwijl die deegbroodjes door iedereen worden betast en met de hand op versheid worden gecontroleerd. Onderweg troffen we reizigers met andere verhalen, vrijwel iedereen had last van diarree gehad. We hadden waarschijnlijk gewoon geluk. Groente en fruit die je onderweg koopt moet je wassen, behalve kokosnoten natuurlijk. We kregen onderweg van vriendelijke inwoners van die kleine banaantjes aangeboden, die waren ook OK en je kunt er onwaarschijnlijk lang op fietsen.
Het verkeer is een ander ding: het land drijft op een economie van tuk tuks, motorfietsen en bussen. Die laatste gaan voor niemand opzij dus als je die aan ziet komen ga dan onmiddellijk de berm in en hoop er het beste van. Ik heb het niet gezien maar het ongevallenpercentage op Sri Lanka is erg hoog. Als je geïnteresseerd bent, check de roadskillmap.com. In de grotere steden kun je je fiets beter goed vast zetten aan een paal of boom. Ik weet zeker dat er aan onze fietsen was gemorreld toen we die even alleen lieten. En we zijn eenmaal een flink pak roepies kwijtgeraakt in een guesthouse, dit bleek een complot van twee hotelbedienden, door wat sherlock-holmes-speurwerk konden we aanwijzen wie hiervoor verantwoordelijk was en met hulp van de plaatselijke politie hebben we de roepies weer terug weten te krijgen. Een paar roepies zou ik niet erg vinden maar 25.000 roepies (= €165) vond ik toch te gek!
Op weg naar de kust. Als je eens flink hard wil fietsen kun je door het Yala National Park. Hier ligt een mooie vlakke asfaltweg. Als we al lang en breed het park zijn ingereden worden vanuit een rijdende auto waarschuwingen geroepen: wild elephants out there! Februari is blijkbaar het paarseizoen en het is niet veilig voor fietsers, je zou nog wel eens kunnen worden aangevallen door een wilde mannetjes-olifant. We zetten er flink de gang in en omdat ik achter Marjo fiets kijk ik geregeld over mijn schouder. Geen olifant te zien maar om een of andere reden houden we de snelheid er in.
De Indische oceaan, verblindend witte schuimkoppen op diepblauw water, vissersschepen liggen op het strand tussen de palmbomen, we vinden een fantastische plek bij een koffietentje om onze avonturen nog eens door te nemen. Het hotel staat bijna op het strand. ’s Avonds eten aan zee. Mooie plek voor een dagje “vrij”.
Het laatste stuk gaat door Galle, een mooie plaats waar we behalve de vismarkt ook het Hollandse Fort bezoeken. Binnen dit fort vinden we veel oude huizen, Nederlandse straatnamen en de Groote Kerk. Heel onnederlands krijgen we voor de foto een python om onze nek gehangen. De grens tussen reiziger of toerist vervaagt op sommige plekken behoorlijk.
De route naar het noorden langs de kust is erg rustig, we zijn langzamerhand gewend aan het klimaat en aan links fietsen. We rijden langs een katholieke begraafplaats aan zee, waar tussen de kruisen een flink Christusbeeld is opgericht. Met een opgeheven arm wijst die ons de weg.
Info:
© 2019 rikvanderwerf.nl
Thema gemaakt door Anders Noren — Boven ↑